Met Prinsjesdag achter de rug ligt er weer een stapel aan nieuwe plannen klaar voor het komende jaar. ING keek naar de Miljoenennota en welke aangekondigde maatregelen gevolgen hebben voor de industrie.
Belangrijk punt uit de plannen is dat er minder innovatiemiddelen zijn. In het Hoofdlijnenakkoord was al besloten het Nationaal Groeifonds uit te faseren. De groeifondsafspraken worden voor de eerdere rondes 1 tot en met 3 nagekomen, maar de middelen voor ronde 4 en 5 komen te vervallen. Hiermee bespaart het kabinet 5,5 miljard euro tot en met 2029. Dit gaat ten koste van het toekomstig verdienvermogen. Dit raakt de (technologische) industrie hard, doordat haar groei sterk afhankelijk is van investeringen in productiviteitsverhogende innovaties. Toch handhaaft het kabinet haar streven om in 2030 landelijk drie procent van het bbp in onderzoek en ontwikkeling (R&D) te investeren.
Nationaal verdienvermogen
Zowel mondiaal als Europees gezien raakt Nederland door het nieuwe beleid verder achterop. Op dit moment wordt slechts 2,3% van het bbp geïnvesteerd in R&D. Overheidsinvesteringen vanuit het groeifonds gaan met stijgende private R&D-investeringen gepaard. Die vallen nu ook (deels) weg. Door uitfasering van het groeifonds raakt de nationale R&D-doelstelling dus verder uit beeld. De krimp in innovatiemiddelen gaat zo ten koste van het nationaal verdienvermogen. De bezuiniging op hoger onderwijs en wetenschap zet de toekomstige welvaart nog verder onder druk. Het kabinet is van plan deze uitgaven in haar regeerperiode met één miljard euro te verlagen. In 2025 gaat het om een min van 257 miljoen euro. De nationale planbureaus (CPB, SCP, PBL) geven aan dat de bezuinigingen ook op gespannen voet staan met het algemene kabinetsdoel om de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat te verbeteren. Ook het recent uitgekomen Draghi-rapport stelt dat hogere R&D-investeringen cruciaal zijn om internationaal concurrerend te blijven.
Energietransitie
Het kabinet heeft 229,6 miljoen euro extra vrijgemaakt voor het ondersteunen van de energietransitie bij maatwerkbedrijven (grote uitstoters) en 437 miljoen euro extra voor de regeling DEI+. Het maximale subsidiebedrag voor projecten onder de innovatieregelingen voor het klimaatneutraal en circulair maken van de industrie, zoals DEI+ en VEKI, is verhoogd naar dertig miljoen euro. Het kabinet een streep zet door de eerder voorgestelde verhoging van de nationale CO2-heffing in de industrie en stelt minder geld beschikbaar voor duurzame energie via de Subsidie Duurzame Energie (SDE) en de energie-investeringsaftrek.
Expatregeling
De eerder voorgestelde versobering van de expatregeling voor buitenlandse werknemers wordt grotendeels teruggedraaid. In plaats van de stapsgewijze 30-20-10 procent-regeling kiest het kabinet voor een vlak tarief. Vanaf 2027 mag tot maximaal 27 procent van het loon van expats belastingvrij worden uitbetaald. Tot 2027 blijft dertig procent gelden. Dit is voor industriebedrijven belangrijk om voldoende technisch talent aan te kunnen trekken.