Ondanks de druk die onze maatschappij wordt opgelegd om plastics van fossiele oorsprong te zien als milieu-bedreigend, stijgt het verbruik van plastic grondstoffen ook in 2020 weer met circa 4 procent wereldwijd. Dichtbevolkte landen in Azië en Afrika zorgen voor de grootste groei. Europa ziet het verbruik van kunststoffen gelijk blijven of licht dalen.
De wens plastics van fossiele oorsprong minder te gebruiken is niet zomaar een kreet. Echter, geschikte en betaalbare alternatieven zijn er nog nauwelijks. Proefprojecten genoeg, maar gebruiksvriendelijke alternatieven moeten nog komen.
Plastic heeft zo zijn eigen plaats ingenomen bij tal van toepassingen en blijkt daarin nuttig, handig en goedkoop. Bovendien, groenere grondstoffen liggen niet voor het oprapen. Biologisch afbreekbare grondstoffen krijgen duidelijk meer aandacht op papier, maar scoren in de praktijk nog weinig. De groei in het verbruik staat vrijwel stil. Het is daarnaast ook nog eens opboksen tegen de lage prijzen van de nu gebruikte grondstoffen. Nee, het is nog lang geen hosanna. Dit jaar wordt nog geen 1 procent van de totale productiecapaciteit van plastics door biologisch afbreekbare plastics ingevuld en wordt er in 2021 wereldwijd slechts 2 procent bijgebouwd. Het alternatief voor polymeren van fossiele afkomst is gebruik te maken van een grondstof waarin de koolwaterstoffen/suikers van planten voorkomen, de zogenaamd biobased materialen.
De geleerden zijn het nog lang niet eens dat het milieu er beter op wordt, zeker niet wanneer het ten koste gaat van voedselvoorziening van de wereldbevolking, maar het wint wel terrein, ook in het Verre Oosten en zelfs in de Verenigde Staten.
Hergebruik
Op vele fronten wordt hard gewerkt om gebruikte materialen voor hergebruik geschikt te maken. Dat kan door een verantwoorde hoeveelheid recyclaat toe te voegen aan de originele grondstof of eindproducten te maken die met 100 procent recyclaat als basis aan gewenste eisen voldoen. Om de kwalitatieve acceptatie van deze eindproducten te verzekeren worden in een recent afgesloten Green Deal met polymeerproducenten en instituten afspraken gemaakt in de hoop dat zowel op technisch gebied als op het terrein van continuïteit dit tot een flinke groei van het verbruik leidt.
Al blijkt uit talrijke studies dat haalbare resultaten vooral om economische redenen niet tot succes leiden, verhoogt het onze kennis en kunnen foute voorbarige aannames in de toekomst worden vermeden. Dat heeft al genoeg geld gekost. We leren er hopelijk van.
Wat ernstig tegenwerkt is de lage prijs van de huidige originele plastic grondstoffen.
In onze wereld is de uitdaging voor het bedrijfsleven om te investeren een moeilijke zaak wanneer het uitzicht op een redelijk rendement nauwelijks aanwezig is.
Kansen
Het is een lastige opdracht, het kost veel belastinggeld door subsidieverstrekkingen, er is bij bedrijven gezonde twijfel over de veiligheid van een alternatief, maar er is licht aan de horizon. Zoals het proces van terugwinning van monomeren afkomstig van plastic afval waardoor een 100 procent score wordt gehaald. 100 procent circulaire economie. Ook de verbeterde selectiemethoden van soorten plastic maakt de kans op hergebruik stukken groter. We staan nog maar aan het begin van een moeilijke weg naar de toekomst. Die wordt nu gehinderd door vele zaken zoals een tekort aan financiële middelen bij de recycling industrie. Ook de sector van afvalverwerkers zit tegen de financiële grenzen aan van wat nog betaalbaar is op het gebied van het per soort scheiden van plastics. Daar zit de pijn. Wil je een goed resultaat, dan moet er meer geïnvesteerd worden om een zo zuiver mogelijk recyclaat beschikbaar te krijgen. Er moet veel geld komen wil je het echt grondig aanpakken – en op een grotere schaal dan nu het geval is. Een ander pijnpunt is de optelsom van kosten van een recyclaat. Zoals al aangegeven, liggen deze vaak hoger dan de nieuwprijs van een gangbare grondstof. Gelukkig is hier van een doorbraak sprake. Grote concerns die frisdranken op de markt brengen betalen een hogere prijs voor een fles van gerecycled PET-granulaat dan voor de fles die van de goedkopere originele grondstof is gemaakt. Het heeft een meerwaarde in marketing termen, je product te verpakken in een gerecyclede schone grondstof scoort. En daar wordt tot 50 procent meer voor betaald in sommige landen.
Prognose 2020
In ons land zal de invoer van sommige grondstoffen flink toenemen. Het aanbod van zowel gangbare als de meer technische grondstoffen overtreft de vraag. Liepen de prijzen van gangbare materialen als PE en PP al in 2019 terug naar historisch lage waarden, dit jaar lijkt aan een verdere daling niet te ontkomen. Waar de grens komt te liggen is deels afhankelijk van de toekomstige notering van aardolie-futures. Zonder conflict in het Midden Oosten zal de invloed van goedkope import ons gemiddelde prijsniveau onder druk zetten. Ten koste van de marges die in Europa verdiend moeten worden door de eigen industrie. In de Verenigde Staten zijn nieuwe productielocaties gebouwd die door het goedkopere schaliegas voor een lage kostprijs van etheen zorgen. Door het grote aantal investeringen komen grondstoffen als polyethyleen en polypropyleen in belangrijke volumes voor export beschikbaar.
Rusland, China en het Midden- en Verre Oosten hebben ook niet stilgezeten. Nieuwbouwprojecten die van de V.S. een exportland hebben gemaakt en China minder afhankelijk van invoer laat zijn.
De overcapaciteit die nu bekend is raakt andere grondstoffen als PET en ABS minder hard dan de al genoemde PE’s een PP’s. Een gangbare nylonsoort als PA 6 wordt door een paar nieuwe fabrieken in China waarschijnlijk, net als ABS, niet meer als een technische grondstof, maar als commodity gezien, met een lagere prijs als gevolg.
Prijsverschillen per continent
De kostprijs van elke grondstof zou in principe de basis voor de aangeboden marktprijs moeten zijn, met een winsttoeslag en rekening houdend met – inderdaad – vraag en aanbod. Dan blijkt dat het Verre Oosten voor alle kunststof grondstoffen minder betaalt dan in andere werelddelen. Direct aanwijsbaar zou het feit zijn dat arbeid en energie duidelijk minder kosten dan bijvoorbeeld in Europa het geval is, maar dat prijsverschillen met ons continent van 10 tot 100 procent kunnen oplopen, is bijna niet uit te leggen. Grondstoffen als polycarbonaat ( PC), polybutyleentherephtalaat (PBT) en polyacetaal (POM) springen er uit. Kennelijk zijn we in Europa gewend geraakt voor de vertrouwde merken een meerprijs te betalen en speelt de merkbekendheid een rol. Dat werd flink betaald. Een segment als ‘automotive’ heeft de Europese toeleveranciers van de meer technische grondstoffen al flink onder druk gezet, nadat al verlies van marktaandeel was opgelopen en alternatieven voor voorgeschreven materialen waren gevonden. In Europa wordt door vier producenten vrijwel tegelijkertijd geïnvesteerd in de nieuwbouw of uitbreiding van de productiecapaciteit van hittebestendige nylonsoorten, voornamelijk met het doel metalen onder de motorkap te vervangen. Krijgen we over een jaar of twee een fraaie onderlinge concurrentiestrijd zonder met een schuin oog naar het Verre Oosten te kijken.
De invloed van politieke beslissingen in de wereld op het gebruik van plastics is groter dan ooit. Wanneer China maatregelen neemt om weggooiplastics binnen de komende vijf jaar totaal te verbieden, dan heeft dat gevolgen. Invoertarieven die als een soort boete worden verhoogd of verlaagd zorgen voor onrust. Er is echter nog een factor. De groei van de wereldbevolking, vooral in ontwikkelingslanden rond de evenaar. Daar wordt een spectaculaire groei van het gebruik van plastics verwacht, en heeft men geen idee dat wij in onze regio ons druk maken om het verbruik te beperken.