De Nederlandse industrie wordt dit jaar hard geraakt door de recessie. Er is sprake van een scherpe terugval in de vraag uit zowel binnen- als buitenland. In 2009 zal de productie afnemen met 15%. Dat is een naoorlogs dieptepunt. Overheidsingrijpen en eerder vertoonde veerkracht kunnen de sector steun bieden in deze moeilijke tijden. Dit concludeert het ING Economisch Bureau in een publicatie over de vooruitzichten voor de industrie.
De economie is in zeldzaam zwaar weer beland. Als gevolg van de wereldwijde neergang wordt de sterk internationaal georiënteerde Nederlandse industrie met een uitzonderlijke vraaguitval geconfronteerd. Productie en omzet worden dit jaar hard geraakt door de krimp van de consumptieve bestedingen, bedrijfsinvesteringen en export. Alle vertrouwensindicatoren zijn gekelderd en liggen ver onder de langjarige gemiddelden. Sinds het begin van de metingen waren ondernemers en inkoopmanagers uit de industrie niet eerder zo pessimistisch. De orderstroom droogt in record tempo op en de voorraden nemen toe. De productiegroei is in een neerwaartse spiraal terecht gekomen die eind 2008 is overgegaan in een vrije val. Onze verwachting is dat deze beweging uitmondt in een productiedaling van 15% over heel 2009. Een dergelijke krimp is in naoorlogse jaren niet eerder vertoond.
Industriebreed leggen fabrikanten momenteel hun machines stil. De auto-industrie heeft tot nu toe met de grootste vraaguitval te kampen. Verder schuiven transportbedrijven de vervanging van hun moderne wagenpark op de lange baan. De toelevering van onderdelen is in de auto-industrie zeer strak op de vraag afgestemd. De teruggang in de vraag naar transportmiddelen leidt zo tot een verminderde vraag naar halffabrikaten van voornamelijk kunststof en metaal. Ook de vraag naar chemische basisproducten neemt hierdoor snel af. Daarnaast is de productie van kapitaalgoederen als machines zwaar onder druk komen te staan nu steeds meer ondernemers investeringen bevriezen. De voedingsmiddelenindustrie zal in 2009 de minst ingrijpende productiekrimp kennen. Aankopen in de supermarkt voorzien in een basisbehoefte. Zij blijven doorgaans beter op peil.
De teruglopende activiteit zorgt voor een snelle afkoeling van de oververhitte industriële arbeidsmarkt. In reactie op de vraaguitval beperken bedrijven de inzet van personeel, waarbij uitzendkrachten als eerste aan de beurt zijn. De arbeidsmarkt beweegt voor zowel laag- als hoogopgeleiden zeer snel van een krappe naar een ruime situatie. Een toenemend aantal grote Nederlandse producenten kondigt saneringen aan. Tegelijkertijd zijn veel bedrijven nog steeds op zoek naar vooral technisch geschoold personeel. De wtv-regeling en overige arbeidsbemiddeling kunnen de industrie enige verlichting bieden. Personeel kan zo voor de sector behouden blijven en tegelijkertijd nieuwe ervaring opdoen.
Verleden biedt houvast
Een blik op het verleden leert dat de Nederlandse industrie veerkracht toont in moeilijke tijden. Na een forse krimp volgt vrijwel altijd een stevig herstel. De winstgevendheid ligt bovendien op een hoog niveau, zeker in vergelijking met de meeste andere industrielanden. De sector is mede daardoor goed gepositioneerd om te kunnen profiteren van een economisch herstel, wanneer dit zich aandient. Bert Woltheus, Sectormanager Industrie en Automotive: ‘Neem nu maatregelen en wacht niet tot het misschien te laat is. Maar tegelijk doen ondernemers er goed aan om zich ook nu al voor te bereiden op betere tijden., want die komen er ook onherroepelijk aan. Zorg voor hoogwaardig personeel als de markt weer aantrekt. Investeer in contacten met toeleveranciers en afnemers. En dat kan ook terwijl ondertussen de kosten scherp in de gaten gehouden worden.’
Tijdens de Techni-Show 2008 heeft Vraag en Aanbod diverse prominenten uit de Nederlandse maakindustrie op het podium ontvangen en een interview afgenomen. Hieronder ook Bert Woltheus die toen al diverse tips aangaf om beter te ondernemen in een mindere economie. Klik op bijgaande link en bekijk het interview.