De salarissen in de metaalbranches gaan per 1 januari 2017 omhoog. De werknemers in de Cao Metalektro krijgen er 1,25 procent bij en de medewerkers in de Cao Metaal en Techniek 0,55 procent.
Volgens de cao Metalektro 2015-2018 dien je de feitelijke salarissen met ingang van 1 januari 2017 te verhogen met 1,25 procent. Voor medewerkers van 23 jaar en ouder bedraagt deze verhoging bij voltijdarbeid tenminste 24,91 euro bruto per maand. Voor medewerkers in de opstapsalarisgroep en voor leerling-werknemers met een leerarbeidsovereenkomst geldt deze verhoging niet. Voor deze categorieën medewerkers geldt een eigen salarisregeling, namelijk die van het wettelijk minimumloon. Voor hen zijn daarom alleen verhogingen van het wettelijk minimumloon van toepassing.
Niet voor topsalarissen
De verhoging van de feitelijke salarissen met 1,25 procent met ingang van 1 januari 2017 geldt niet voor medewerkers met een jaarsalaris vermeerderd met vakantietoeslag van 94.072 euro bruto of meer. Dit betekent het volgende:
- Per 1 januari 2017 moet je de feitelijke salarissen van medewerkers met een jaarinkomen van minder dan 94.072 euro bruto verhogen met 1,25 procent. Ook als dit er toe leidt dat het inkomen van een medewerker als gevolg van de verhoging uitstijgt boven het grensbedrag.
- Per 1 januari 2017 hoef je de feitelijke salarissen van medewerkers met een jaarinkomen van 94.072 euro bruto of meer niet te verhogen met 1,25 procent.
- De verhoging van de feitelijke salarissen met 1,25 procent met ingang van 1 januari 2017 geldt dus niet voor medewerkers met een jaarsalaris van 94.072 euro bruto of meer. Op basis van deze afspraak kun je voor medewerkers met een salaris van 94.072 euro bruto of meer een ander beloningsmechanisme dan de automatische cao-verhoging toepassen.
Cao Metaal en Techniek
Met ingang van 1 januari 2017 geldt voor de cao Metaal en Techniek een loonsverhoging. Volgens de Cao Metaal en Techniek 2015 – 2017 moet je de feitelijke salarissen per 1 januari 2017 verhogen met 0,55 procent (artikel 41, lid 1a). Deze loonsverhoging geldt niet voor werknemers tot 23 jaar zonder vakdiploma (zie artikel 32a lid 2). Voor deze werknemers geldt de specifieke regeling van artikel 41 lid 1a.
Minimum vakantietoeslag per 1 januari 2017
De werknemer die op 1 januari 2017 in dienst is of nadien in dienst treedt en die op 30 juni 2016 de leeftijd van 23 jaar maar niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, ontvangt in de periode vanaf 1 januari 2017 een vakantietoeslag van tenminste 162,64 euro bruto per maand of 149,58 euro bruto per vierwekenperiode (artikel 60 lid 3).