De Nederlandse industrie zag de omzet in 2018 flink stijgen, maar toch heeft dit bij veel bedrijven niet geleid tot hogere winstmarges. Zo slaagde 36 procent van de mkb-bedrijven er niet in de winstmarge op peil te houden. De belangrijkste oorzaak zijn de gestegen personeelskosten (62 procent). Dit blijkt uit onderzoek van ABN AMRO in samenwerking met Koninklijke Metaalunie, FPT-VIMAG en Federatie NRK.
Aan het onderzoek deden 149 bedrijven mee. De resultaten zijn gisterenavond gepresenteerd tijdens de Avond van de Maakindustrie in de Jaarbeurs in Utrecht.
Hogere personeelskosten
Om aan de extra vraag te voldoen hadden veel bedrijven meer personeel nodig, dat veel duurder is geworden. De kosten liepen voornamelijk op door duurdere uitzendkrachten, overuren, meer verzuim en uitval van personeel. Van de bedrijven die de marge zagen verslechteren, noemt ruim een op de vijf (22 procent) de hoge druk op het personeel als oorzaak.
Trainen en opleiden van personeel
Mkb-bedrijven die hun winstmarge wél op peil houden, investeren vaker in het trainen en opleiden van medewerkers, wat een positief effect heeft op de arbeidsproductiviteit. Hierdoor kunnen zij meer produceren zonder veel hogere personeelskosten. Ook blijkt dat bedrijven die een deel van hun productie in lagelonenlanden laten uitvoeren hun winstmarges in tijden van hoogconjunctuur beter op peil kunnen houden.
Voor een gezonde winstmarge is het volgens ABN AMRO cruciaal om te investeren in een hogere arbeidsproductiviteit. ‘Hiervoor zijn niet alleen robotisering en digitalisering van belang, maar ook het opleiden van medewerkers, bijvoorbeeld om efficiënt met deze nieuwe technologie te kunnen werken’, zegt David Kemps, Sector Banker Industrie van ABN AMRO.
Bedrijven die hun klanten naast producten ook diensten aanbieden, bijvoorbeeld reparaties en trainingen in het gebruik van hun product, wisten de winstmarge eveneens vaker te handhaven dan bedrijven die dat niet doen.