Er is nu zelfs ook plastic aangetroffen in zeedieren op maar liefst elf kilometer diepte. Dit betekent dat er in de oceanen hoogstwaarschijnlijk geen enkele plek meer vrij is van vervuiling door de mens.
Dit meldt de Universiteit van Newcastle op basis van nieuw onderzoek onder leiding van dr. Alan Jamieson. Het team onderzocht dieren die leven op de zes diepste plekken op aarde en gebruikte voor dit onderzoek diepzeelanders. Dit apparaat maakt een vrije val totdat hij op de bodem van de oceaan beland. Daar neemt hij monsters en voert een aantal monitoringsopdrachten uit. Negentig individuele dieren werden onderzocht en de helft van de dieren in de Nieuwe Hebridentrog bleken synthetische vezels en plastic in hun maag te hebben. De onderzochte dieren uit de Marianentrog – de allerdiepste plek op bijna elf kilometer diep in de oceaan – bleken allemaal plastic te hebben ingeslikt.
Ophopen
Naar schatting zit er zo’n driehonderd miljoen ton plastic in de oceanen. Vijf biljoen stukken plastic dobberen op dit moment op het zeeoppervlak. Uiteindelijk zullen die ergens aan wal spoelen of zinken. “Zodra deze kunststoffen de zeebodem bereiken, kunnen ze nergens anders meer naartoe,” zegt Jamieson. “En hier zal het afval zich dus in grote hoeveelheden ophopen.” Dat nu zelfs plastic vezels worden aangetroffen in dieren die op elf kilometer diepte leven, toont de enorme omvang van het probleem. “Diepzeedieren zijn afhankelijk van voedsel dat naar beneden zakt”, aldus Jamieson. “Maar dit brengt dus schadelijke componenten met zich mee als plastics en verontreinigende stoffen. De organismen in de diepste plekken van de oceaan zijn gewend met weinig voedsel te overleven en zij zullen vrijwel alles eten wat hun kant op komt.” Ook het aantal gebieden waarin het plastic in de diepzeedieren zijn aantroffen en de duizenden kilometers die tussen deze gebieden in liggen, laten zien dat het een wereldwijd probleem is. (bron: Universiteit van Newcastle / scientias.nl)