Met toenemende zorg zien de verwerkers van kunststoffen de gevolgen van achterblijvende investeringen in polymeerproductielocaties in Europa tegemoet. Hoewel Europese producenten in principe nog net aan de vraag kunnen voldoen, zal de export van polymeren drastisch moeten worden verminderd om schaarste te voorkomen.
Ook in de komende vijf tot tien jaar zijn in Europa geen grote investeringen te verwachten. De spanning rond de beschikbaarheid neemt jaarlijks toe, de rest van de wereld moet de markt te hulp schieten. Dat het tot hogere prijzen leidt, lijkt voorspelbaar. Vanaf begin 2015 is de beschikbaarheid in Europa al precair geweest en hebben incidentele storingen meteen tot schaarste geleid. Dat prijsstijgingen zijn gevolgd en standhouden heeft alles te maken met schaarste en niets met lagere kostprijzen.
Productie bij de bron van grondstoffen lijkt het meest economisch, het heeft vele producenten doen besluiten in olie- en gasrijke regio’s polymeerfabrieken te bouwen. Verdiende oliedollars in de jaren na 2000 werden geïnvesteerd in fabrieken in het Midden-Oosten, later gevolgd door de bouw van talrijke polymeerfabrieken in het Verre Oosten. Grote moderne capaciteiten en een lage kostprijs hebben deze landen een toppositie in de wereld bezorgd als aanbieder van gangbare kunststoffen.
Vaak in joint ventures met westerse polymeerproducenten zijn complexen gebouwd, waar miljoenen tonnen per jaar PE, PP, PET en PS worden geproduceerd. China volgt een economisch plan dat in 2020 moet leiden tot eigen productielocaties van alle belangrijke polymeren waardoor China niet meer afhankelijk van invoer wordt. China doet wat Europa niet meer kan. De Verenigde Staten investeren enorm in nieuwe polymeerfabrieken, de winst pakkend van goedkoop etheen uit schaliegas.
LDPE
In Europa zijn tot 2020 nieuwe projecten bekend voor LDPE waar bijna 2 miljoen ton/jaar (jato) capaciteit mee gemoeid is. Een kleine uitbreiding in Zweden door Borealis wordt gerealiseerd, maar een grootschalig project van Lukoil in Rusland van 900.000 jato loopt vertraging op. Lagere opbrengsten van aardolie heeft de cashflow van Lukoil aanzienlijk verminderd.
HDPE / LLDPE
In Europa staan kleinere projecten tot 2020 op een onzekere lijst. Alleen in Spanje, Tsjechië en rond de Kaspische Zee is nieuwbouw gepland met een relatief geringe capaciteit die de sluiting in recente jaren van verouderde HDPE-plants in Europa niet compenseert. De totale productiecapaciteit van HDPE/LLDPE in Europa ligt op ca. 7.5 miljoen jato. De noodzaak om in te voeren neemt met de dag toe. LLDPE is het meest afhankelijk van import. In april 2016 is 140.000 ton ingevoerd, de markt wordt gestuurd door wereldwijd opererende producenten.
PVC
De PVC-markt is een typische bulkmarkt waarin Europa concurrerend moet zijn met de andere werelddelen. De theoretische capaciteit in Europa is 8,5 miljoen ton, met oudere fabrieken in de mottenballen, zodat effectief ca. 7 miljoen jato maximaal geproduceerd kan worden, Hoewel de invoer toeneemt, biedt een technische voorkeur voor Europese types nog enig houvast. Uitbreidingen van capaciteiten in de wereld vinden grotendeels in China plaats, met de Verenigde Staten en Rusland op de tweede en derde plaats.
PP
De markt van PP toont prima groeicijfers de laatste decennia. Jaarlijks 5 procent volume meer. En opnieuw moet Europa, met een eigen capaciteit van ca. 11 miljoen jato noodgedwongen invoeren. Dit door gebrek aan nieuwe productielocaties, sterk achterblijvend bij projecten die de komende jaren 20 miljoen ton PP capaciteit toevoegen bovenop de nu bekende 72 miljoen jato in de wereld. Azië, met twee derde van de wereldcapaciteit gaat de komende jaren nog verder uitbreiden. Alleen al in China komt er 8 miljoen jato PP bij. Propeen is er nu in overvloed, er is zelfs sprake van mogelijke affakkeling van propaan in het Midden-Oosten. In 2016 is tot nu toe in Europa maandelijks tussen 80.000 en 120.000 ton PP ingevoerd, Tegenover een export van gemiddeld 60.000 ton per maand is de trend duidelijk.
PET
PET is de grondstof die is opgerukt naar de vierde plaats als meest gebruikt in de wereld, na PE, PP en PVC. Het heeft glazen verpakkingen in winkels verdrongen, vervangt textielvezels en heeft als alternatief voor PS, PVC en PP in folietoepassingen een vaste plaats in de markt gekregen. Europa heeft een relatief geringe productiecapaciteit. Voordat de bankcrisis in 2008/2009 ons overviel, werd in Europa in tal van landen geld gestoken in productielocaties, nu in 2016 is door faillissementen en overnames door investeringsmaatschappijen de winstgevendheid beperkt. Bescherming van de Europese PET-producenten heeft tot anti-dumpingheffingen geleid, maar, PET uit het Verre Oosten is structureel goedkoper en geen ingreep waardoor het tekort aan capaciteit in Europa wordt verholpen.
PS – ABS – SAN – ASA
Grondstoffen met styreen als belangrijkste monomeer hebben terrein verloren aan andere kunststofsoorten. Met uitzondering van een grote ABS-fabriek in Antwerpen, zijn er de laatste jaren weinig projecten in Europa opgestart. Polystyreen verliest volume aan PET, ABS en PP. ABS en SAN werden commodity’s door invloed van al tientallen jaren goedkopere invoer uit het Verre Oosten. Bijna een derde van de ABS-markt is in handen van niet-Europese producenten gekomen.
PA, PC en POM
PA, PC en POM zijn gangbare technische grondstoffen, waar de markt van oudsher in handen was van Europese producenten met klinkende namen en stabiele afnemers. Voorgeschreven types bepaalden de continuïteit van de afzet. In navolging van ABS kwam een lage-prijzengolf vanuit het Verre Oosten richting Europa. De prijzen kwamen onder druk. Grote opdrachtgevers, zoals de automobielindustrie eisten een lagere kostprijs van hun toeleveranciers. Importmaterialen konden daaraan voldoen. De donkere wolken voor Europese producenten van nylon 6 en polyacetaal uit China hebben al tot aanpassing en overbrenging van capaciteiten in Europa geleid. Ongekend grote capaciteiten voor caprolactam voor PA 6 en goedkope methanol voor de productie van POM hebben al geleid tot sterk concurrerende offertes. Het stimuleerde de wens tot uitbreiding van capaciteiten in Europa zeker niet.
Compounds en hoogwaardige kunststof grondstoffen zijn in verbruik gegroeid. PP compounds met korte of lange glasvezels blijken zeer gewilde grondstoffen te zijn, die lokaal kunnen worden gemaakt. Ook PA 6 en 6.6 houden met op maat gemaakte kwaliteiten hun positie vast. Hoge kwaliteitseisen en verfijning van specifieke blends zijn de niches in de markt waar Europa nog concurrentie aankan.
Het hergebruik van grondstoffen in Europa krijgt grotere betekenis. In potentie is het recyclen van alle soorten polymeren een uitkomst voor de zichtbare schaarste aan primaire materialen. Ondanks de grote uitdagingen en vele groengetinte woorden is de markt behoudend. Wel succesvol zijn PET, PP en PE. Bij de ‘technische’ grondstoffen wordt nog te weinig energie gestopt in de mogelijkheden die herverwerking biedt.